Prenatale screening

class=""

Tijdens je zwangerschap mag je zelf beslissen of je gebruik wilt maken van prenatale screening: dit is het onderzoeken van je ongeboren kind op afwijkingen. Er wordt gescreend op de meest voorkomende chromosoomafwijkingen zoals trisomie 21 (downsyndroom), trisomie 18 (edwardssyndroom) en trisomie 13 (patausyndroom).

Gedurende je zwangerschap zijn er twee onderzoeken die onder de prenatale screening vallen: screening op down- edwards- en patausyndroom, en de 20-weken echo. Deze onderzoeken zijn beide niet verplicht, je beslist dus zelf of je ze wilt. Enkele onderzoeken dragen ook hoge risico's, in enkele gevallen kunnen ze zelfs tot een miskraam leiden. Als ouder moet je zorgvuldig overwegen of je een prenatale screening doet. Wat is het risico? Hoe zou je een onaangename diagnose verwerken? Kun je de consequenties dragen?

Tijdens de eerste afspraak bij de verloskundige zal je gevraagd worden of je deze onderzoeken wilt laten doen. Wil je er meer over weten, dan krijg je van je verloskundige of gynaecoloog een uitgebreide uitleg over de screening. Tijdens dit gesprek kun je al je vragen stellen. Na dit gesprek beslis je wat je doet: de NIPT, combinatietest en/of de 20-wekenecho of geen test. Natuurlijk kan je ook kiezen voor normale controles. Lees hier meer over prenatale zorg, echografische- en bloedonderzoeken en cardiotocografie »

NIPT

De NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test) is een bloedonderzoek waarmee je tijdens je zwangerschap kunt laten onderzoeken hoe groot de kans is dat je baby een chromosoomafwijking heeft. NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test) is hetzelfde als de NIP-test.

De NIPT bestaat uitsluitend uit bloedonderzoek. De NIP-test kun je vanaf elf weken zwangerschap laten doen. Bij de NIPT is er geen risico op een miskraam, in tegenstelling tot de vlokkentest en de vruchtwaterpunctie. Een nadeel is dat deze test geen 100% zekerheid geeft en dat bij een afwijkende uitslag alsnog geadviseerd wordt een vlokkentest of vruchtwaterpunctie te doen.

Combinatietest

De combinatietest bestaat uit bloedonderzoek in combinatie met nekplooimeting van het kind in de buik. Deze wordt gemeten door middel van een echo. De uitslagen van de bloedtest en nekplooimeting in combinatie met jouw leeftijd en de precieze duur van je zwangerschap bepalen hoe groot de kans is dat je kind één van de drie syndromen heeft. Het onderzoek geeft dus geen zekerheid, het is een kansberekening. Dit onderzoek kan tussen de 9e en 14e zwangerschapsweek gedaan worden

Vervolgonderzoek

Wil je naar aanleiding van een (ongunstige) uitslag van de combinatietest of NIPT zeker weten of jouw baby een genetische afwijking heeft dan kun je vervolgens een vruchtwaterpunctie of vlokkentest laten doen. Er is helaas dan wel een kleine kans dat je een miskraam krijgt. Bedenk je dus heel goed of je een vervolgonderzoek wilt doen!

Ontdek hier alle zwangerschap thema's »